De NIPT test is een onderzoek naar chromosoom afwijkingen

Sinds 1 april 2017 kan je ervoor kiezen om een NIPT-test te laten uitvoeren: een bloedtest die onderzoekt of je ongeboren kind het syndroom van down, -edwards of -patau heeft. De NIPT geeft geen risico’s voor jou of de baby  en hoef je zelf niet te betalen.

Vanaf 10 weken zwangerschap kan er bloed bij jou worden afgenomen ten behoeve van de NIPT. Dit bloed wordt opgestuurd en in een van de academische centra onderzocht op de aanwezigheid van een extra chromosoom 13, 18 of 21 (dit noem je een trisomie): de veroorzakers van de syndromen.

Een goede testuitslag heeft een betrouwbaarheid van 96-99%. Een slechte uitslag heeft een minder grote betrouwbaarheid. Wanneer uit de NIPT bijvoorbeeld blijkt dat de baby het syndroom van Down heeft, blijkt in 10% van de gevallen deze uitslag onterecht, voor het edwarssyndroom is dit ook 10% en voor het patausyndroom 50%. Daarom wordt ter bevestiging van een dergelijke uitslag altijd een vlokkentest of vruchtwaterpunctie aangeboden. De uitslag van deze testen geeft uitsluitsel of er wel of geen sprake is van een van de drie syndromen. Soms bestaat het vervolgonderzoek uit een echo in een centrum voor Prenatale Diagnostiek.

De NIPT kan ook andere chromosoomaandoeningen vinden. Dit heet nevenbevindingen. Je kiest zelf of je deze ook wilt weten.

Klik hier voor de folder over de NIPT. De folder is ook beschikbaar in het Engels, Pools, Turks en Arabisch

Voor meer informatie: bekijk de video of kijk op pns.nl.

Aan het einde van de TRIDENT studie, de studie die opgezet is voordat de NIPT uiteindelijk kosteloos werd aangeboden aan alle zwangeren, is een filmpje opgenomen in onze praktijk over de NIPT en Trident studie.

Dit  filmpje is te vinden op: https://www.youtube